De kunstenaar John Morris is in 1966 op 3-jarige leeftijd met zijn ouders verhuist van Groot-Brittannië naar Australië. John studeerde grafiek aan Griffith University in Brisbane en ging daarna aan de slag als freelance illustrator. In de jaren die volgde leerde hij ook beeldhouwen. In de beginjaren was dit eerst met polyesterhars en daarna met brons. In 1996 keerde hij ook deze materialen de rug toe en ging aan de slag met hout, wat tot op heden nog steeds zijn geliefde materiaal is.
John maakt eerst honderden schetsen, af en toe bepaald hij om 1 van die schetsen verder te gaan uitwerken om er een beeld van te maken. Vanaf dan vergroot hij het formaat van deze figuur en start met hertekenen en hertekenen totdat elke element perfect zit, dit gaat gepaard met dieper onderzoek op vlak van het skelet en hoe de spieren zich in deze figuur zouden vertonen.
De beelden van Morris zijn overduidelijk geïnspireerd door surrealistische tekeningen vanuit anime en vooral comics. De vrouwen in zijn werk krijgen bijna altijd een status van superheld. Maar de kunstenaar haalt ook vaak input en bepaalde lichaamshoudingen uit de modefotografie. Zijn slanke elegante vrouwelijke modellen met extreem geaccentueerde lichaamsdeelverhoudingen combineert hij vervolgens met bionische protheses en andere mechanische lichaamsmodificaties zoals vinnen, maar voornamelijk vleugels.
Het is verbazend hoe de kunstenaar aan de slag gaat met materialen om tot een afgewerkt exemplaar te komen. Alleen al de keuze van de verschillende houtsoorten voor elk onderdeel is ontzaglijk. De kunstenaar heeft een extreem grote verzameling aan houtsoorten. Sommige van deze houtsoorten zijn zeer zeldzaam en hebben en hebben een prachtige structuur of kleur. Eens de houtsoort is gekozen zaagt hij ruw de algemene vorm uit het stuk hout, maar gaat hierbij zo te werk dat hij zoveel mogelijk kan recupereren. John gooit niet snel een overschotje van een houtblok weg, maar bewaard de verschillende stukken, zodat hij ze misschien later voor een ander beeld nog eens kan gebruiken.
Vervolgens bewerkt de beeldhouwer ieder stuk verder en dieper met de nodige precisie van een chirurgische ingreep, totdat elk element perfect in elkaar past. Voor de verdere afwerking combineert hij regelmatig zijn houtsnijwerk met subtiele elementen in leer, messing en/of inox. Hierdoor worden er nog sterkere contrasten gelegd met de warme textuur van het hout.